De werking van een laserpen deel 3: de golflengte
Monochromatisch laserpen licht
Het licht van een laser is vaak monochromatisch. Dit houdt in dat het licht slechts één kleur is. Een bekende kleur van een laser is de groene laserstraal. De bandbreedte van een laserstraal is minder dan een nanometer. Dit geldt voor zowel laserstralen in shows als bij een laserstraal uit bijvoorbeeld een laserpen. De bandbreedte kan zelfs minder zijn dan een femtometer. Deze bandbreedte wordt voor het grootste gedeelte bepaald door de smalbandigheid van de energieovergangen van de atomen in het medium van de laser. Het medium zendt en ontvangt continu elektronen.
Door de activiteit van de elektronen vindt er lichtversterking plaats, die zorgt voor het licht van de laser. Als het licht uit de laser zichtbaar is, dan beslaat dit een golflentegebied van 400 tot 700 nanometer. Vaak wordt hiervoor licht van een groene laser gebruikt, aangezien de groene kleur het best waar te nemen is met het menselijk oog.
Bandbreedte laserstraal
Er zijn echter ook lasers met een grotere bandbreedte van soms wel 100 nanometer. Deze lasers produceren een breedbandig spectrum, wat vaak interessant is voor de wetenschap. Bij sommige wetenschappelijke toepassingen als tijdopgeloste spectroscopie, is het nuttig om een breed golflengtebereik te hebben. Echter, niet alle laserstralen zijn (goed) zichtbaar. Zoals de groene laserstraal het best zichtbaar is, zijn er ook kleuren die niet waarneembaar zijn met het menselijk ook. Dit komt omdat de golflengten van het licht zich dan buiten de zichtbare spectrums bevinden.
Het zichtbare spectrum is binnen een gebied van ongeveer 380 nanometer tot 780 nanometer in lucht en in vacuüm. Eén ding dat alle lasers gemeen hebben, dus van het licht uit een laserpen tot het licht uit lasershows, is dat het licht ruimtelijk coherent is. Coherentie houdt in dat het licht een statisch zichtbaar patroon voortbrengt. Denk hierbij aan het licht van een laserpen, dit wordt namelijk altijd in één rechte lijn uitgezonden.